Pas toen de maaidorser doorbrak kon ook Amerika een graanimperium worden. In de zuidelijke gebieden, waar de zomers droger zijn, werd de oogst rechtstreeks naar de dorsvloer gebracht. Wanneer de schuur niet groot genoeg was om de volledige oogst in onder te brengen, plaatste men de schoven in mijten op het veld, maar deze techniek werd vooral toegepast in de 19e eeuw, toen de opbrengsten toenamen. De schoven werden in speciaal ingerichte schuren opgeslagen. In de regenachtige gebieden in het noorden van het continent, moest het gemaaide graan eerst goed droog zijn en dan onder dak worden gebracht, in afwachting van het dorsen tijdens de wintermaanden. Op het vasteland kreeg de tractor pas echt succes omstreeks 1950. Voor Groot-Brittannië mag men stellen dat in de belangrijke graanstreken in 1939 een derde van de oogst met de tractor gebeurde en twee derde met het paard. Tussen de beide wereldoorlogen was het trekken van de maaimachine, na het bewerken van de grond, de eerste taak waarvoor het paard werd vervangen door de tractor. In Noord- Engeland en Schotland was de sikkel tot het midden van de 19e eeuw het standaardwerktuig, terwijl meer in het zuiden de snellere zeis gebruikt werd voor gerst en haver, en de sikkel voorbehouden was voor broodgraan, tarwe en rogge. De keuze tussen de zeis en de sikkel hing wellicht af van de kenmerken van de geoogste granen: dichtheid van de aar, stevigheid van de spil, al dan niet gelijke hoogte van de aren, spreiding van de rijpheid van de graankorrels. Het is een werktuig dat een grote handigheid vereiste en net als de zeis snel werken mogelijk maakte. De zicht werd gebruikt met een haak die diende om de gesneden halmen samen te houden met de nog rechtopstaande, en de schoof op de grond te leggen. De zicht wordt het eerst vermeld in 1326 voor het maaien van het stro en in 1327 en 1330 voor het oogsten van de wikke.ĭe Vlaamse zicht was een zeis met korte steel. De zicht gaf een grote arbeidsbesparing en het werken was minder vermoeiend. In Vlaanderen kwam in de 14e en 15e eeuw de zicht in gebruik, omdat daar op de sterk gewelfde akkers de zeis niet gebruikt kon worden. Net als in de Oudheid maaide men met een sikkel in gebukte houding. Gedurende de Middeleeuwen was er aanvankelijk weinig ontwikkeling op het gebied van maaiwerktuigen.